Bij het verbouwen, isoleren, uitbreiden, slopen of vernieuwen van je huis moet je met veel dingen rekening houden. Bijvoorbeeld of het allemaal wel diervriendelijk gebeurt.
Misschien nestelen er wel beschermde diersoorten in je spouwmuur of dak. De omgevingswet verplicht dan om maatregelen te nemen. Zo zorgen we ervoor dat diersoorten zoals huismussen, gierzwaluwen en vleermuizen een nestgelegenheid houden.
Om deze beschermde diersoorten vooruit te helpen en te beschermen, heeft de gemeente Tilburg een soortenmanagementplan (SMP)gemaakt. Op grond daarvan heeft de gemeente Tilburg een gebiedsontheffing gekregen van de Provincie Noord-Brabant.
Een omgevingsvergunning is niet voor elke verbouwing nodig. Maar maatregelen nemen is bijna altijd wél nodig.
Er zijn drie routes om te zorgen dat beschermde diersoorten tijdens en na de bouwwerkzaamheden een nestgelegenheid houden.
Je woning staat binnen het onderzoeksgebied van het SMP, waardoor je gebruik kunt maken van de gebiedsontheffing van de gemeente. Als je aan de voorwaarden hiervoor voldoet, hoef je in veel gevallen geen (uitgebreid) onderzoek te laten doen. Je hoeft niet zelf voor nieuwe verblijfplaatsen te zorgen om de diersoorten te beschermen. Dit heeft de gemeente al gedaan door in de stad verblijfplaatsen voor de dieren te creëren. Deze route is korter dan route 3. We vragen een bijdrage voor de verblijfplaatsen in de stad van € 60,50.
Je kunt gebruik maken van de gebiedsontheffing als je perceel binnen het onderzoeksgebied valt. Vraag bij de gemeente na of je gebruik kunt maken van de ontheffing. Dit kan op twee manieren:
Na de aanvraag, voert de gemeente een ecologische check (quickscan) uit. Je hoort van ons welke maatregelen je moet nemen om diersoorten te beschermen. De te nemen maatregelen worden door de gemeente in een ecologisch werkprotocol (EWP) opgenomen. Na het nemen van de maatregelen, kun je de verduurzamingswerkzaamheden onder begeleiding van een ecoloog laten uitvoeren door een isolatiebedrijf
Samen met de gemeente kom je vervolgens een privaatrechtelijke overeenkomst overeen. Hiermee heb je goedkeuring voor het gebruikmaken van de gebiedsontheffing. Met deze goedkeuring hoef je niet apart ontheffing aan te vragen. De ecologische check en het ecologisch werkprotocol vormen de basis voor de ontheffing. Door te werken volgens een ecologisch werkprotocol kan worden voldaan aan de in de ontheffing gestelde voorwaarden.
Je woning staat binnen het onderzoeksgebied, maar ligt in het dorp Biezenmortel. Voor Biezenmortel is (nog) geen onderzoek (nulmeting) uitgevoerd. De nulmeting wordt in 2025 uitgevoerd. Tot die tijd is isoleren van je woning mogelijk volgens de Landelijke aanpak Natuurvriendelijk Isoleren. Met deze aanpak is isoleren van de spouwmuur of het dak mogelijk op een diervriendelijke manier. De Landelijke aanpak geldt voor maximaal 3 jaar, of totdat voor het dorp Biezenmortel een nulmeting is uitgevoerd.
Voor het isoleren van je woning in Biezenmortel, hoef je alleen een isolatiebedrijf in te schakelen dat natuurvriendelijk isoleert.
Het isolatiebedrijf voert de isolatie uit volgens de voorwaarden van de landelijk aanpak natuurvriendelijk isoleren. Je hoeft dan geen omgevingsvergunning aan te vragen en bent geen tijd en geld kwijt aan een ecologisch onderzoek.
Bij natuurvriendelijk isoleren laat het isolatiebedrijf de dieren eerst wegvliegen, een paar dagen vóórdat de woning wordt geïsoleerd. Daarna komt het isolatiebedrijf nog een keer langs om de woning te isoleren volgens de landelijke aanpak Natuurvriendelijk Isoleren. Bij het isoleren wordt gekeken naar de ‘natuurkalender’: tijdens de kraam- of broedperiode en winterrust van de dieren gelden beperkingen.
Je huis staat buiten het onderzoeksgebied van het SMP. Je laat onderzoek doen door een ecologische deskundige om te bepalen welke maatregelen eventueel nodig zijn om diersoorten te bescherming. Dit onderzoek duurt langer dan route 1. Soms wel tot 1,5 jaar of zelfs langer. De maatregelen zijn afhankelijk van welke diersoorten worden aangetroffen. Kosten van onderzoek tot ontheffing kunnen €10.000 of meer zijn.
Voor de start van de werkzaamheden neemt je contact op met een ecologische deskundige om te onderzoeken of er beschermde dieren in het gebouw zitten. Ook als je geen omgevingsvergunning hoeft aan te vragen voor de activiteiten, moet je dat onderzoek laten doen. Door middel van een vooronderzoek (quickscan) stellen we vast of er beschermde diersoorten in de omgeving van je bouwactiviteiten zitten. Als dat zo is, moet een vervolgonderzoek uitgevoerd worden. Je moet er rekening mee houden dat dit onderzoek seizoensgebonden is. Uit het onderzoek kan blijken dat voor de werkzaamheden een ontheffing en maatregelen nodig zijn om schade te voorkomen. Je hebt dan een vergunning voor flora en fauna-activiteit nodig. Deze ontheffing kun je aanvragen via het Omgevingsloket.
Heb je naast een ontheffing ook een omgevingsvergunning nodig? Dan krijg je de omgevingsvergunning pas als de ontheffing binnen is.
Als basis voor het soortenmanagementplan (SMP) is een onderzoek gedaan naar verblijfplaatsen van beschermde diersoorten in gebouwen. Hierdoor zijn de belangrijkste verblijfplaatsen in beeld gebracht. Aan de hand hiervan is dit plan ontwikkeld, waardoor de juiste maatregelen op de juiste plek genomen kunnen worden om de diersoorten te beschermen. Het doel van het SMP is namelijk om ervoor te zorgen dat het beter gaat met de beschermde diersoorten in Tilburg. Daarnaast biedt het plan handvatten, regels en afspraken voor het vernieuwen, (ver)bouwen, isoleren en slopen van woningen. Door te werken volgens het plan, zorgen we ervoor dat we ons aan de omgevingswet houden. Met een SMP is onderzoek doen niet meer nodig. Dit bespaart tijd en geld.
Bij het (ver)bouwen of isoleren aan de buitenkant van woningen moeten vaak maatregelen genomen worden om beschermde diersoorten te beschermen. Dit staat in de Omgevingswet. Gebruik je hierbij het SMP, dan hoef je niet zelf ecologisch onderzoek te laten doen. Dit bespaart veel tijd en geld.
Gebruik je het SMP niet? Laat dan een ecologische deskundige onderzoeken of er beschermde diersoorten zijn. Als dit zo is, moet je daarna zelf een ontheffing aanvragen. Zijn er geen beschermde diersoorten? Dan is een ontheffing niet nodig.
Zitten er beschermde diersoorten in je woning of gebouw? Dan mag je deze niet verstoren of doden. Dit staat in de Omgevingswet. Bij sommige maatregelen aan je woning of gebouw moet je rekening houden met deze soorten. Dit geldt voor vernieuwen, verbouwen of isoleren. Doe je dat niet, dan overtreed je de wet.
Er zijn zeker isolatiemaatregelen waarvoor je geen vergunning nodig hebt. Zoals het isoleren van je vloer, binnenkant van het dak en binnenmuren. Daarnaast kun je ook schilderwerkzaamheden laten uitvoeren, zolang open stootvoegen open blijven en er geen steigers opgebouwd hoeven worden.
Huur je een woning van een woningcorporatie? De gemeente heeft aparte afspraken met de corporaties gemaakt over hoe om te gaan met het soortenmanagementplan. De corporaties kunnen hierdoor sneller hun werk uitvoeren.
Woon je in een gebouw met een Vereniging van Eigenaren (VvE)? Of huur je een woning van een particulier? En heef je VvE of huurbaas plannen om te verduurzamen? Laat de aannemer dan weten dat de gemeente al een ecologisch onderzoek heeft gedaan en dat de VvE gebruik kan maken van de ontheffing. Dit scheelt de aannemer veel tijd. Verwijs de aannemer ook naar deze website en verwijs de VvE naar de gemeente.
Hiermee zorg je ervoor dat het beter gaat met de natuur en beschermde diersoorten in Tilburg. Daarbij handel je volgens de Omgevingswet en bespaar je kosten én tijd vergeleken met de reguliere werkwijze via de Provincie Noord-Brabant.
Lift je niet mee met het SMP, dan moet je volgens de wet een uitgebreid ecologisch onderzoek uit laten voeren om vast te stellen of er beschermde diersoorten zitten. Bij aanwezigheid van beschermde soorten moet er een omgevingsvergunning voor flora- en fauna-activiteiten worden aangevraagd via de Provincie Noord-Brabant. Als er geen beschermde soorten voorkomen hoeft je hier geen rekening mee te houden.
Maak je gebruik van het SMP? Dan moet je volgens een (door ons aangeleverd) ecologisch werkprotocol te werk gaan. Je moet bijvoorbeeld het aanwezige verblijf ongeschikt laten maken.
Als er kans bestaat dat je gebouw ruimte biedt aan diersoorten moet je dat onderzoeken. Als ze er zitten ben je verplicht om maatregelen te nemen.
Als er geen diersoorten voorkomen en je woning is ongeschikt voor deze diersoorten, kun je gewoon aan het werk. Hiervan moet je zeker zijn. Vaak vallen verblijfplaatsen nauwelijks op of weten we niet waar we moeten kijken. Vleermuizen kunnen in heel kleine spleten naar binnen en zitten verborgen in spouwen. Om het zeker te weten kun je een aanvraag bij de gemeente indienen of advies vragen van een ecologisch bureau.
Deze browser wordt niet meer ondersteund.
Een recente versie van Microsoft Edge, Chrome of Firefox.